De Côte de Granit Rose in Bretagne

De charme van deze regio in Bretagne wordt niet bepaald door de dorpen of de bezienswaardigheden, maar door de bijzonder mooie kust met haar mooie zandstranden en de roze, glinsterende granieten rotsen. Wie hier in de lente heen komt, wanneer de brem in bloei staat en de grote toeristenstroom nog niet op gang is gekomen, kan hier volop genieten. Hoewel de schilderachtige kust met de welluidende naam zich uitstrekt van Paimpol tot Trébeurden, concentreert het toerisme zich op het uitgerafelde schiereiland in het westen. Om de mooiste rotsformaties wedijveren hier het mondaine Perror-Guirec, Ploumanac’h en Trégastel. Plaatsen die zeker de moeite waard zijn om te bezoeken tijdens je bezoek aan Bretagne.

Ultieme plek om te wandelen

Vuurtoren aan de De Côte de Granit RoseVia de wandelweg ‘Sentier des douaniers’ kan men zowel de ene alsook de andere kuststrook van de Côte de Granit Rose bereiken. Aan de rand, in de ware zin van het woord, ligt het stadje Trébeurden, waar de natuur niet zo overweldigend is als in de naburige plaatsen. Langst deze kuststrook wordt nog steeds veel zeewier ‘geoogst’. Een even vreemde aanblik zijn de uitgestrekte artisjokvelden, delicatessen die als vanouds met de hand geplukt worden. De afstand van de kust naar de unieke calvariebergen en het oudste megalietgraf van Europa – Cairn de Barnenez – bedraagt nog maar een paar kilometer vanaf dit punt. De stad Morlaix met haar opvallende spoorwegviaduct en de bijzondere lantaarnhuizen wordt ook door veel toeristen bezocht, en is buiten het seizoen ook zeker een aanrader om te bezoeken.

Kustwandeling langs de Côte de Granit Rose

Een kustwandeling van ca. 2,5 uur, een van de mooiste in heel Bretagne. Bij zonsopgang of zonsondergang is het aan te bevelen om een extra geheugenkaartje voor het fototoestel mee te nemen omdat het hier zo ontzettend mooi is. In de baai van Ploumanac’h leidt het ‘Sentier des Douaniers’, het tolpad, tussen de onherbergzame rotsen door van de Côte de Granit Rose. De natuur heeft gedurende duizenden jaren ansichtkaartmotieven, zoals het Kasteel van de Duivel of de Hoed van Napoleon helemaal vooraan op de landtong Ar Skevell, uit het graniet gevormd. Tot slot ontwaart men dan, achter de villa bij de vuurtoren het kasteel Costaérès, waar in 1898 Henryk Sienkiewicz logeerde, de Poolse Nobelprijswinnaar en auteur van ‘Quo Vadis’, over de vervolging van de christenen ten tijde van Nero. Het pad begint boven Plage de Trestraou en bereikt na 5 km de haven van Ploumanac’h. Het mooiste stuk ligt in de omgeving van de vuurtoren. Met kleine toegang van Plage St-Guirec. Tijdens het hoogseizoen is deze wandelroute helaas vrij druk.

Plaats een reactie